Het beruchte amendement Vestering is van de baan. Deze wijziging in de dierenwet kon leiden tot grote onzekerheid in de Nederlandse veehouderij met mogelijk rechtszaken tegen veehouders. Een meerderheid van de Tweede Kamer stemde uiteindelijk tegen. Nederlandse veehouders moeten op termijn wel meer dierenwelzijnsmaatregelen doorvoeren.
De sleutel in het parlement lag uiteindelijk bij de PVV. De partij van Geert Wilders stemde uiteindelijk mee met de partijen waarmee zij formatiegesprekken voert, de VVD, NSC en BBB. Het ging hierbij om een zogeheten nota van wijziging van landbouwminister Piet Adema en het amendement daarop van Tjeerd de Groot en Thom van Campen. Deze werden beide aangenomen, waarmee het amendement Vestering naar de prullenbak werd verwezen.
Met de drie jaar geleden door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen wetswijziging van Leonie Vestering van de Partij voor de Dieren zou het vanaf 1 juli niet langer zijn toegestaan 'om een dier pijn te doen of bij een dier letsel te veroorzaken, dan wel de gezondheid of het welzijn van het dier te benadelen met als doel om het dier op een bepaalde manier te kunnen huisvesten'. Onthoornen of couperen zou niet meer zijn toegestaan net als het houden van dieren 'in een huisvestingssysteem dat hen permanent de mogelijkheid ontneemt om hun natuurlijke gedrag te vertonen'. Onuitvoerbaar voor veehouders en niet handhaafbaar voor toezichthouders, volgens Adema.
Esther Ouwehand, fractieleider van de Partij voor de Dieren, is zwaar teleurgesteld. Volgens haar worden dieren voor de bus gegooid. Ze deed een laatste poging door een initiatief wetsvoorstel aan te kondigen met verregaande eisen op het gebied van dierenwelzijn. Voor haar voorstel werd op haar verzoek hoofdelijk gestemd, waarbij 45 Kamerleden voor en 99 tegen stemden. PVV'er Dion Graus stemde wel voor.
Nieuw normen in 2040
Ook met het voorstel van De Groot en Van Campen worden stappen gezet op het gebied van dierenwelzijn richting 2040 en komt er een einde aan niet noodzakelijke medische ingrepen, zoals staarten couperen en onthoornen. Maar er wordt rekening gehouden met de mogelijkheden van veehouders en omschakeltermijnen. Ingrepen zonder diergeneeskundige noodzaak worden afgebouwd en via AMvB's (algemene maatregelen van bestuur) regels gesteld gericht op 'een dierwaardige wijze van houden van dieren' in de veehouderij.
Ook minister Adema heeft voor ogen dat per maatregel 'in lagere regelgeving voor gedragsbehoeften en voor ingrepen helder worden gemaakt wat per diersoort wordt verboden, wat mogelijk moet worden gemaakt of welke aanvullende voorwaarden aan ingrepen worden gesteld'. De Groot en Van Campen willen hiermee alleen meer haast mee maken. Deze AMvB's moeten uiterlijk een jaar na inwerkingtreding van het wetsvoorstel aan beide Kamers worden voorgelegd.
Daarbij moet rekening worden gehouden wat 'redelijkerwijs kan worden verlangd van de veehouder'. Dat geldt ook voor de datum van 2040 waarop aan de eisen moet worden voldoen, als er een langere overgangstermijn nodig is. Ook moet er een autoriteit worden opgericht die de voortgang naar een dierwaardige veehouderij op onafhankelijke wijze monitort, 'zoals ook bij de antibiotica-aanpak is gedaan'.
In de nota van wijziging van Adema zijn de stappen om te komen tot een dierwaardige veehouderij in hoofdlijnen uitgewerkt, waarbij het eerst gaat om maatregelen zonder grote financiële gevolgen. Daarbij wordt wel gemeld dat er op verschillende onderdelen eerst pilots nodig zijn en er mogelijkheden moet zijn om tussentijds bij te kunnen sturen. Maatregelen worden aan een nieuw kabinet overgelaten.
'Kalveren langer bij de koe'
De lijn voor de maatregelen die bij de eerste stap in AMvB's moeten worden vastgelegd zijn voor de melkveehouderij onder meer dat per 2026 langdurige pijnstilling bij onthoornen verplicht is en er ook een verbod op de nieuwbouw van aanbindstallen (met een echt verbod vanaf 2030/35). Voor de lange termijn geldt dan onder meer een verbod op medisch niet noodzakelijke ingrepen en 'kalveren blijven langer bij de koe en op het bedrijf van geboorte'. Voor varkens geldt bijvoorbeeld voor de langere termijn ook een verbod op couperen. De zeug wordt tijdens de kraamperiode met haar biggen gehuisvest in hokken waarin ze zich vrij kan bewegen en de minimaal vereiste speenleeftijd wordt 'substantieel verhoogd'.
Een voorstel van Pieter Grinwis (CU), Ouwehand en Eline Vedder (CDA) om maatregelen voor een dierwaardige veehouderij te financieren uit het Transitiefonds (voor landbouw- en natuurmaatregelen) haalde het ook.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.