Verschillende melkveehouders kennen verschillende bedrijfssituaties. In deze zomerserie vertellen een aantal van hen hoe zij kijken naar de uitwerking van de huidige wet- en regelgeving, en hoe ze daar de komende jaren binnen hun bedrijfsvoering mee denken om te gaan. Ditmaal is het woord aan de intensieve melkveehouder Erik van Grinsven (48) uit Sint-Michielsgestel.
Hoe heeft uw bedrijf zich de afgelopen jaren ontwikkeld?
"Wij melken nu ruim 250 koeien, met 165 stuks jongvee, op 90 hectare zandgrond. Dit betekent zo’n 32.500 kilo melk per hectare. Daarbij werken we zonder derogatie. In 15 jaar tijd zijn we van 600.000 kilo melk per jaar naar 2,8 miljoen kilo gegroeid. Dit door elk jaar circa 20 tot 25 koeien meer te gaan melken. Dit jaar hadden we op 295 stuks willen en moeten zitten, maar daar steekt de huidige regelgeving een stokje voor."
"Intensief boeren is voor ons niet per se een bewuste keuze geweest. We hebben het bedrijf overgenomen met 27 hectare. Het was en is hier in Brabant niet mogelijk om grote sprongen in grond te maken. Bovendien is boeren met een redelijke intensiviteitsgraad nog altijd de meest economische manier om te boeren. Je kunt het voer aankopen dat het beste past en zo efficiënter werken. Dat voordeel is via de Kringloopwijzer goed aan te tonen. Ik begrijp de kritiek op de Kringloopwijzer dan ook niet."
U ergert zich aan collega’s die kritiek uitten op de Kringloopwijzer?
"Dat doe ik inderdaad. Wat hebben veel van mijn collega’s daarop tegen? Nu kun je laten zien wat je in je mars hebt als melkveehouder, denk ik dan. Zij die de Kringloopwijzer proberen onderuit te halen, doen dat volgens mij puur uit eigen belang. Ik vind dat ze voor de sector als totaal erg dom bezig zijn. Dat anderen in een gebied geboren zijn waar grond makkelijk voor handen is, is mooi voor hen. Wij hebben geroeid met de riemen die wij hadden. En eruit gehaald wat er uit te halen viel. Puur economie. Hoe je het went of keert, daar gaat het toch om. Melkveehouders zijn te gauw tevreden met een klein beetje verdienen."
"Ik vraag mij bij veel grondgebonden boeren dikwijls af of ze ooit een les economie op school hebben gehad. Het is prachtig om een grote lap grond te hebben die kapitalen waard is, maar je hebt er pas iets aan als je tussen 6 planken ligt. Als je ruwvoer overhoudt of je kunt het niet benutten, waar ben je dan mee bezig? Dan moet je niet klagen dat je niks verdiend. En zeker geen kritiek hebben op collega's die een andere weg gekozen hebben."
Hoe speelt u met u eigen bedrijf in op de toekomst?
“Ik ben zo stom geweest om niet meteen heel de stal vol te zetten vóór juli 2015. Omdat ik zuinig was op mijn technische resultaten wilde ik geleidelijk groeien. Het efficiëntievoordeel hoop en verwacht ik terug te winnen via de Kringloopwijzer, maar dat is dus nog maar de vraag. Het kan maar zo zijn dat we straks gestraft worden voor 1 kilo fosfaat die we niet produceren. In zo’n rare wereld leven wij momenteel. We hebben nog niet gekocht, maar straks zullen we er wel aan moeten geloven om fosfaatrechten bij te kopen. De stal zal toch een keer vol moeten. Huren van rechten, als dat mogelijk wordt, begin ik niet aan. Dat zou ook verboden moeten worden. Van rechten huren of leasen is nog nooit een boer beter geworden."
Hoe verwacht en hoopt u dat uw bedrijf er over vijf jaar voorstaat?
"Ondanks alle belemmeringen verwacht ik de stal vol te zetten en volledig te benutten. Tegen die tijd waarschijnlijk samen met mijn zoon Daan. Gemiddeld gezien stijgt de inflatie jaarlijks met 2,5% door en blijft groei dus noodzakelijk om inkomen te houden. Investeren in grond wordt waarschijnlijk alleen maar lastiger. De fosfaatrechten moeten ook bekostigd worden en je kunt je geld maar 1 keer uitgeven. In het melkquotumtijdperk heb je het kunnen zien: 25 jaar lang is er amper een stal gebouwd, alle geld ging op aan rechten. Verder kun je weinig anders doen dan de kilo’s melk op peil te houden of zo efficiënt mogelijk te draaien. En de technische resultaten te optimaliseren. Maar zorgen maak ik mij wel, zeker met de huidige situatie in Brabant."
U bent kritisch op de politiek en op sommige van uw collega’s, maar bent u dat ook op de sectorvertegenwoordigers?
"Zeker weten, op FrieslandCampina in het bijzonder. Als ik hun recente duurzaamheidsvoorstellen lees denk ik allereerst: hoe krijg je het voor elkaar om zo’n ongelukkig moment te kiezen om deze plannen naar buiten te brengen? Wij, melkveehouders, hebben dit jaar al zoveel over ons heen gekregen, zeker in Brabant. Dat het bestuur van FrieslandCampina hieraan voorbij lijkt te gaan, vind ik ongelofelijk. Dan mis je echt wat er leeft. Melkveehouders hier zijn helemaal murw geslagen. De melkprijs mag dan goed zijn, het gevoel is dat momenteel beslist niet. Dat is een gevaarlijke ontwikkeling."
"Voor de prijsvorming bij de fosfaatrechten is het wellicht nog positief. Ik verwacht dat er veel melkveehouders zijn die zeggen: bekijk het maar, ik stop. FrieslandCampina zet de toon wat mij betreft, ook richting de politiek, op een verkeerde manier op een verkeerd moment. Het duurzaamheidsverhaal snap ik en ik zie het belang ook wel. Maar dat betekent niet dat ze de intensieve boer op slot moeten en mogen zetten."
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melk-voer/artikel/10875374/ik-begrijp-kritiek-op-kringloopwijzer-niet][/url]