FrieslandCampina collecteerde in de eerste helft van 2018 zo'n 1,5% minder melk, wat 79,5 miljoen kilo melk is. Toch heeft minder melk niet voor een hogere winst kunnen zorgen. Wat laten de resultaten zien, en wat zijn de verwachtingen voor de rest van het jaar?
FrieslandCampina introduceerde in april de groeiafspraak. Die moet ervoor zorgen dat de melkaanvoer beter in balans komt met de marktvraag. Zoals het er nu naar uitziet, wordt er in de loop van het jaar meer bekendgemaakt over de afspraak. Hij wordt in ieder geval doorgezet. Daarnaast komt er een vernieuwde meerjarenvisie, die de 'Strategie route 2020' moet opvolgen.
Melkaanvoer stagneert
Ook zonder deze groeiafspraak stagneert de melkaanvoer. Zo levert de eerste helft van 2018 een aanvoer op van 5,356 miljoen kilo. Het is een daling van 1,5% oftewel 79,5 miljoen kilo, wat net iets meer is dan de afname van de totale Nederlandse melkplas. De verwerker geeft aan dat die daling deels ingegeven wordt door de invoering van het fosfaatrechtenstelsel, waardoor er bij de leden (tot 1 juni 2018) circa 34.000 koeien verdwenen zijn.
Als het aantal dieren doorgerekend wordt in de melkaanvoer (en er rekening wordt gehouden met de gemiddelde melkproductie per koe), dan gaat het slechts om een klein aantal melkkoeien dat goed produceert. De verwerker doet geen uitspraken over de tweede helft van 2018, maar op basis van geluiden uit het veld kan vastgesteld worden dat er nog meer koeien gaan verdwijnen.
Het staat vast dat er minder melk op de verwerker is afgekomen. Toch kon lang niet alle melk verwerkt worden en moest een beperkt volume op de spotmarkt afgezet worden. Het kan inhouden dat de verwerkingscapaciteit, ondanks uitbreidingen, nog te klein is. Ook kan het betekenen dat er door de problemen in de fabrieken gekozen moest worden voor afzet op de spotmarkt.
Hoge garantieprijs?
Een andere tegenslag was de relatief hoge garantieprijs voor melk. Die past niet bij de daadwerkelijke waardering van de basiszuivelfabricaten, waardoor er een verlies moest worden genomen. Minder melk heeft hier niets aan kunnen veranderen. Als je het omdraait, dan kan gesteld worden dat de verwerker er niet in geslaagd is om net zoveel aan de producten te verdienen als de referentiebedrijven waarop de garantieprijs wordt gebaseerd. Daar verandert minder melk niet direct iets aan. Het wordt dan alleen iets makkelijker om te schuiven naar de producten met een betere verwaarding.
Zelf geeft FrieslandCampina aan dat onder meer magere melkpoeder in interventie hinder oplevert. In totaal is zo'n 100.000 ton vrijgegeven. Dat is de afgelopen jaren aangekocht tegen een prijs van ongeveer €1.700 per ton, maar leverde de laatste maanden gemiddeld €1.100 per ton op. Nog iets anders dat genoemd wordt, zijn de voorraden die aan het einde van 2017 tegen hogere prijzen zijn aangelegd, maar nu tegen verlies verkocht moeten worden.
Minder winst
In totaal pakt de winst circa 33% lager uit, waardoor deze naar €109 miljoen zakt. Hoewel er al een aantal redenen genoemd zijn, is er nog een ander pijnpunt en dat zijn de hoge margeproducten; vooral babyvoeding. In Azië heeft de verwerker te maken gehad met een zwaar eerste kwartaal, terwijl het bedrijf voor zijn winstgevendheid behoorlijk op dit segment leunt.
De netto-omzet in Azië en Oceanië kwam uit op €1.875 miljoen, waarmee het een aandeel heeft van 33% in de totale omzet. Dat was in 2017 nog €2.224 miljoen. Het is verreweg de belangrijkste markt. Nederland volgt met een aandeel van 25% en een beperkte omzetdaling tot €1.403 miljoen, waarna de rest van Europa met een aandeel van 24% op de derde plaats komt. Hier wordt een omzetgroei gezien van €1.306 miljoen naar €1.397 miljoen.
In aanvulling daarop staat de markt voor kindervoeding onder druk. Het onderdeel 'Specialised Nutrition' heeft een negatief prijseffect op de omzet en het resultaat. De omzet na diverse valuta-effecten nam met ruim 10% af. Ook 'Ingredients' en 'Dairy Essentials' (basiszuivel) dragen negatief bij aan de omzet. Alleen het onderdeel 'Consumer Dairy' weet positief bij te dragen aan de omzet, maar zet alsnog een negatief bedrijfsresultaat neer ten opzichte van 2017.
Lagere prestatietoeslag
Onder de streep resulteert het in een verlaging van de prestatietoeslag. De pro forma waardecreatie komt uit op €0,71 per 100 kilo, waar dat over de eerste helft van 2017 €2 was. De pro forma prestatietoeslag bedraagt €0,55 per 100 kilo en dat was eerder nog €1,56 per 100 kilo. Ten slotte komt de pro forma uitgifte van ledenobligaties uit op €0,61 per 100 kilo, waar dat in 2017 nog €0,44 was.
FrieslandCampina doet geen uitspraken over de rest van 2018. De eerste helft geeft echter geen aanleiding om een trendbreuk te verwachten. De maatregelen die op het moment genomen worden, lijken gericht te zijn op het beperken van verdere verliezen. Het wordt spannend wat de update van de strategie gaat opleveren, want de markt biedt nog steeds kansen. De vraag is nu: kan het bedrijf zich losmaken van het quotumtijdperk en profiteren van de vrije markt?
Meer informatie inzien over de melkprijzen? Bekijk onze melkprijsvergelijker.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/melk-voer/artikel/10879792/wat-levert-minder-melk-frieslandcampina-op][/url]