Achtergrond Halfjaarcijfers
RFC gaat nóg meer op kleintjes letten
FrieslandCampina gaat extra in de kosten snijden. Er wordt gewerkt aan een plan, waarbij de hele organisatie van A tot Z wordt doorgelicht. Met het oog op de kostenbesparing is het meevaller dat de ledenraad gisteravond (22 juli) heeft ingestemd met de expliciete achterstelling van het melkgeld.
In een toelichting op de halfjaarcijfers kondigt FrieslandCampina aan maatregelen te treffen in de kostenstructuur. De aankondiging komt niet helemaal uit de lucht vallen, want kostensanering was al een thema op het hoofdkantoor in Amersfoort. Zo ging in oktober vorig jaar al een streep door de bouw van een nieuwe fabriek in het Groningse Bedum.
Kortgeleden kondigde het zuivelconcern tevens aan dat het doek valt voor de kaasfabriek in Rijkevoort (Noord-Brabant). De tegenvallende resultaten door de coronacrisis heeft de urgentie ongetwijfeld vergroot om de kosten nog meer tegen het licht te houden.
Meerdere fabriekssluitingen?
Tussen de regels door valt in de verklaring op te maken dat ook in de komende maanden fabriekssluitingen voor de hand liggen. Al wil FrieslandCampina niet op de zaken vooruitlopen. Een woordvoerder vertelt dat de gehele organisatie onder de loep wordt genomen. Dit is niet in de laatste plaats de supply chain, zo valt uit zijn woorden op te maken. Het saneren van banen is volgens de woordvoerder geen doel op zich. Wel lijkt dit waarschijnlijk.
"We letten scherp op de kosten, de sluiting van de Rijkevoort-fabriek is hier een voorbeeld van. We streven continu naar een balans tussen de melkaanvoer en de marktvraag en handelen hiernaar", aldus de woordvoerder. Na jarenlange krimp ziet FrieslandCampina ondertussen de melkaanvoer weer toenemen. In het eerste half jaar groeide deze met 1,1% tot 5.144 miljoen kilo.
De toename is qua timing ongelukkig, nu de vraag naar zuivel een knauw heeft gekregen door de coronacrisis. Bovendien is de groei geen gunstige ontwikkeling voor melkveehouders die de productie hebben opgeschaald. Zij riskeren een korting op het melkgeld wanneer de groei boven de 1,5% uitkomt ten opzichte van basisjaar 2018. Omdat de productie in 2019 lager uitkwam en er sprake is van een rollend gemiddelde is er meer ruimte dan de 0,4 procentpunt doet vermoeden. Hoeveel die ruimte is, wil FrieslandCampina uit concurrentie-oogpunt niet zeggen. Wel wordt aangegeven dat de eventuele korting voorlopig nog niet aan de orde is.
Bank boven melkveehouder
Met het oog op kostenbesparing is de directie ongetwijfeld opgelucht dat de ledenraad deze week heeft ingestemd met de expliciete achterstelling van het melkgeld. Dit is een vrij technische ingreep in de statuten. Simpel gezegd, betekent dit dat banken en andere kredietverstrekkers als schuldeiser voorrang krijgen op de leden-melkveehouders mocht FrieslandCampina failliet gaan of surceance van betaling moet aanvragen. De ondernemersraad buigt zich morgen over het plan, al lijkt groen licht ook vanuit die hoek een formaliteit te zijn.
Aan de ingreep kleven namelijk voordelen. Met de expliciete achterstelling van het melkgeld kan FrieslandCampina tegen aantrekkelijke rentetarieven lenen, doordat geldverstrekkers meer zekerheid hebben. Naar verluidt levert dit een jaarlijkse besparing op miljoenen euro's op aan rentekosten, wat ten goede komt aan het bedrijfsresultaat. Over het bedrijfsresultaat gesproken. Hoewel FrieslandCampina geen concrete raming voor de tweede helft van 2020 geeft, ligt een herstel niet voor de hand.
Wouter Baan
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
