Kali verkopen blijkt zeer lucratief, maar ook de winning ervan mondt uit in een kostbare aangelegenheid. Het Legacy project, wat het Duitse K+S overnam van Potash One, kost opnieuw meer geld. Het prijskaartje loopt al op tot 3 miljard euro, zo meldt het bedrijf in een persbericht.
K+S maakt bekend het budget voor het Legacy project, een kalimijn in Canada, te verhogen. Dit gaat van 2,4 miljard euro naar 3 miljard euro. De bijstelling van het budget is noodzakelijk vanwege de hogere personeels- en materiaalkosten. De nieuwe mijn moet straks de afzet van kali richting Azië en Noord-Amerika voor zijn rekening gaan nemen.
Binnen het huidige plan wordt er ook geïnvesteerd in de infrastructuur van K+S en aanpassingen gedaan aan fabrieken. Norbert Steiner, voorzitter van het uitvoerend raad van bestuur, laat weten dat het hogere kostenplaatje al in een vroeg stadium bekend werd wat wijst op een betere transparantie en een grotere voorspelbaarheid van de kosten.
"In de toekomst wordt de nieuwe fabriek de belangrijkste bron voor de distributie van de opkomende markten in Azië en Zuid-Amerika, maar de fabriek gaat ook Noord-Amerika van product voorzien. Doormiddel van Legacy wordt K+S weer concurrerend. Legacy is belangrijk voor de toekomst van K+S."
Het bedrijf mikt erop Legacy in 2016 in bedrijf te nemen en hoopt de twee miljoen ton mijlsteen op de nieuwe locatie tegen het einde van 2017 te bereiken. De uitbreiding van de jaarlijkse productie van kali gebeurt geleidelijk na het in gebruik nemen van de fabriek. Het bedrijf wil tegen het einde van 2015 kunnen beginnen met de productie. De jaarlijkse productie van de nu al bestaande productielocaties van K+S bedraagt 7,5 miljoen ton kali en magnesium.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.