Het late voorjaar heeft zijn weerslag gehad op de activiteiten in mest. Zo hebben akkerbouwers lang gewacht voordat ze mest lieten aanvoeren en hebben varkens- en melkveehouders langer gewacht met afvoeren, dit blijkt uit het overzicht van Dienst Regelingen (DR). De totale mestafvoer over het eerste kwartaal 2013 ligt dan ook ruim onder de volumes van de twee voorgaande jaren.
Over het eerste kwartaal van 2013 werd met 189.610 transporten in totaal 5.806.182 ton mest verplaatst. Ruim 23 procent minder dan over het eerste kwartaal van 2012. De kilogrammen fosfaat daalde in vergelijking met vorig jaar met 16,9 procent, tegenover een daling van 20,4 procent bij de kilogrammen stikstof.
Alleen van paardenmest werd 5,3 procent meer verplaatst dan een jaar eerder. Van de andere mestsoorten werd over de hele linie beduidend minder verplaatst. Waarbij varkensmest met een afname van 31,6 procent de grootste daling toont en uitkomt op 2,45 miljoen ton. Hierbij lag het percentage stikstof in de mest iets lager dan vorig jaar en daalde de totale stikstofproductie sterker, terwijl de mest een klein beetje meer fosfaat bevatte waardoor het aantal kilogrammen fosfaat procentueel minder hard daalde.
Ook van rundveemest werd heel wat minder vervoerd dan een seizoen eerder en valt het aantal tonnen met 1,81 miljoen ton fors lager uit in vergelijking met het seizoen ervoor. Bij rundveemest blijkt de mest duidelijk wat fosfaatrijker geworden te zijn dan in het voorgaande jaar. Toen daalde het aantal kilogrammen fosfaat in lijn met de tonnen mest. Over het eerste kwartaal 2013 daalt het aantal tonnen mest echter met 22 procent, maar de kilogrammen fosfaat slechts met ongeveer 18 procent. Wat er op kan wijzen dat de dieren meer fosfor hebben binnengekregen of dat de boeren met fosfaatrijke mest deze bewust hebben laten afvoeren.
Hoewel koeienmest rijker aan fosfaat geworden is kent pluimveemest nog altijd het hoogste percentage fosfaten. Ondanks een daling ten opzichte van het eerste kwartaal 2012 gaat deze sector waar het fosfaat aan gaat aan kop met 7,8 miljoen kg. Toch produceren varkenshouders met 8,7 miljoen kg het meeste, maar dat komt mede doordat deze sector het grootste volume aan mest laat afvoeren. Op drie komen melkveehouders met 3,4 miljoen kg fosfaat.
Grootste afnemers van mest waren over het eerste kwartaal de intermediairs en de akkerbouwers. Het verschil tussen de hoeveelheden mest die beide partijen afnamen daalde naar 4,8 procent. Waarbij akkerbouwers met 1.42 miljoen ton mest aan kop gaan. Dit is ruim 40 procent minder dan over het eerste kwartaal 2012, wat vooral te wijten is aan het late voorjaar en het vasthouden van mest door varkenshouders. Intermediairs namen 2,2 procent minder mest af.
© DCA MultiMedia. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA MultiMedia.
