Recentelijk verscheen het rapport 'Naar een wenkend perspectief voor de Nederlandse landbouw' van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Aanvankelijk veronderstelde ik dat dit het zoveelste rapport zou zijn met een eenzijdige benadering over wat er allemaal mis is in de landbouw.
Ik heb het rapport doorgenomen en moet zeggen dat het de moeite waarde is. Het rapport gaat namelijk niet uitsluitend over wat er anders moet, maar vooral ook over de noodzaak om met elkaar tot een gemeenschappelijke visie te komen over wat voor soort landbouw we in de toekomst willen. Hoe kunnen we doelstellingen formuleren, en zorgen dat die ook daadwerkelijk behaald worden? Het PBL pleit, in navolging van het energie-akkoord, voor een Landbouwakkoord.
Bijzondere sector
De landbouwsector is een bijzondere sector, omdat deze 66% van de oppervlakte in Nederland in gebruik heeft. In ons dichtbevolkte land laten meer burgers hun stem horen over de sector, omdat de sector invloed heeft op hun leefomgeving. Het PBL constateert terecht dat de landbouwsector daarom een sector is waar steeds meer partijen over mee willen praten, en dat dit legitiem is.
Het rapport bevat een analyse van de manier waarop de sturing van de landbouw de afgelopen decennia is veranderd en feitelijk gezien minder effectief is geworden. Als we geen werk maken van een Landbouwakkoord, dan blijven we volgens het PBL (en ik vertaal het even in mijn eigen woorden) de komende 20 jaar hangen in beleid dat alleen reageert op incidenten en vanuit een soort onderhoudsrol voortdurend pleisters plakt.
Dit levert een sector op die voortgang boekt (qua duurzaamheid), maar daar 'onvoldoende maatschappelijke waardering en return on investment voor terugkrijgt'. Het gevolg is dat ngo's en verontruste burgers hun ongenoegen over de landbouw blijven benadrukken, terwijl de boeren steeds verder een slachtoffer van 'het systeem' worden.
Waarden van de landbouw
Om uit deze cirkel te ontsnappen, pleit het PBL ervoor om met elkaar vast te stellen welke waarden de landbouwsector moet leveren, en hoe we die willen realiseren. Blijven we onze kaarten zetten op de huidige dominante ontwikkeling, waarbij het concurreren op kostprijs (en daarmee gepaarde specialisatie en schaalvergroting) centraal staat?
Of moet er meer ruimte komen voor de alternatieve bedrijfsvormen, waarbij een betere positie van de boer, het behalen van milieudoelen, het versterken van de landschappelijke kwaliteit en het dierenwelzijn een uitgangspunt vormen? Of is het mogelijk om alle maatschappelijke doelen (inclusief een goed inkomen door slimme aanpassingen in het huidige dominante bedrijfsmodel) te realiseren?
Maatschappelijk akkoord
Met andere woorden: ik ondersteun het pleidooi van het PBL om niet alleen met elkaar het gesprek te voeren over wat voor soort landbouwsector we willen, maar om ook toe te werken naar een maatschappelijk akkoord. Het wordt namelijk hoog tijd dat we gezamenlijk een wenkend perspectief voor de landbouw ontwikkelen en afstemmen wie waarvoor aan de lat staat.
Dat vergt een open mind van alle partijen, zonder voorafgaande vooroordelen of beschuldigingen. Er is veel ondernemingszin in de landbouwsector. Uit een recent onderzoek 'De Staat van de boer' blijkt dat de meerderheid van de boeren tot verandering bereid is, mits de maatschappelijke en economische omstandigheden dit mogelijk maken. Laten we aan de slag gaan!
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.