Shutterstock

Opinie Krijn J. Poppe

Vraagstuk van kleine boer blijft actueel

3 November 2020 - Krijn J. Poppe - 6 reacties

Veel boeren kunnen best het perceel van de buurman erbij doen. Geen wonder dat het duur is als het te koop komt. Met andere woorden: de meeste boerderijen zijn aan de kleine kant. Dat is niets nieuws.

De staatscommissie van 1886 constateerde al dat er in ieder geval op veel zandgronden 'een wanverhouding is tussen de mensen en de grond'. Een beroemde studie uit 1951 benoemde het probleem helder: Het 'kleine-boeren vraagstuk' op de zandgronden. Op de kaft gebruikten de LEI auteurs Maris, Scheer en Visser nog aanhalingstekens, maar verderop wordt onverbloemd gesproken over het probleem van kleine boeren.

De gemiddelde oppervlakte op de zandgronden was toen 8 hectare, overigens al een verbetering ten opzichte van de 6,4 hectare in 1910. 73% van de bedrijven was kleiner dan 10 hectare. Er was sprake van verborgen werkloosheid: een volwaardige arbeidskracht werkte volgens de cao toen nog jaarlijks 3.200 uur en dat werd op het gemiddelde bedrijf net gehaald. Op de bedrijven onder de 3 hectare was er maar voor 1.200 uur werk.

Tijd voor een gedegen studie
Erger was misschien nog wel dat bijna 1 op de 4 bedrijven door afsplitsing tot stand was gekomen. Tot eind 19de eeuw was er geen groot geboorteoverschot geweest en daarna hadden de ontginningen van woeste gronden een oplossing geboden. Maar de bruikbare woeste grond raakte op. En toch hadden veel bedrijven meer dan 1 opvolger. Tijd voor een gedegen studie dus, die werd besteld door het Ministerie van LNV en de Stichting voor de Landbouw, de voorloper van het Landbouwschap en dus de boeren zelf. Een team met als eerste auteur Adriaan Maris, een boerenzoon uit West-Brabant die ik in 1981 leerde kennen bij zijn afscheid als directeur van het LEI, verzamelde uitgebreid data in 13 gemeenten, van Rolde en Zelhem tot Venray en Nederweert.

De auteurs vonden in hun analyse dat de opbrengsten wat omhoog konden. De verkaveling was niet best en ook de ontwatering liet te wensen over. Tegelijkertijd zagen zi toen al het probleem van droogte: "Wateraanvoer in droge tijden is van het grootste belang en zal in de toekomst alle aandacht vragen". We zijn gewaarschuwd.

Startpunt veredelingslandbouw
De studie wordt vaak geciteerd als een startpunt van de intensieve veehouderij (wat toen veredelingslandbouw heette), maar dat is te kort door de bocht. De auteurs zijn er kritisch over: "Het zou natuurlijk mogelijk zijn door veevoeraankoop de landbouwbedrijven om te vormen tot varkens- en kippenbedrijven. Afgezien van kredietmogelijkheden is deze oplossing economisch vermoedelijk niet uitvoerbaar in verband met de aankopen van veevoer en de afzet van de producten in het buitenland".

Er zat dus weinig anders op dan het probleem te herdefiniëren in een afvloeiingsvraagstuk. Om verdere splitsing in mini-bedrijven te voorkomen moest 67% van de agrarische jeugd vertrekken. Van de 236.000 agrarische beroepspersonen waren er 50.000 een potentieel overschot, zo stelde de studie. Emigratie moest worden bevorderd en boerenzoons moesten geen agrarisch onderwijs krijgen, want dat maakte ze ongeschoold voor andere beroepen, zo stelden de auteurs onomwonden. Enkele van de onderzochte gemeenten lagen in de buurt van industrievestigingen of kenden in de zomer pensiongasten die een weekje vakantie hielden. Daar zagen de auteurs al een goede mentaliteitsverandering in de beroepskeuze.

Duitse Wirtschaftswunder
De studie werd nog jaren geciteerd en droeg bij aan het structuurbeleid en indirect aan het industriebeleid. In de jaren na het verschijnen bleek het maar goed dat de auteurs het woord 'vermoedelijk' hadden gebruikt bij het afserveren van de varkens en kippen, want het Duitse Wirtschaftswunder kwam op gang en de schaarste aan dollars om veevoer op de wereldmarkt te kopen verdween. Mansholt zou tot in de jaren '70 structuurbeleid voeren, wat veel verzet opriep bij kleine boeren die zich in hun bestaan bedreigd voelden.

De technische ontwikkeling heeft het kleine-boeren vraagstuk actueel gehouden. Amerikaanse economen rekenden onlangs voor dat je daar 500 koeien moet hebben om wat te verdienen en wel 1.000 voor een normaal rendement. Hier liggen de getallen veel lager, maar misschien toch wel op het dubbele van het gemiddelde aantal van 100. Het onderwerp blijft dus relevant, maar ik zie LNV en de boerenorganisaties 'vermoedelijk' niet weer zo'n studie bestellen.

Krijn J. Poppe

Krijn Poppe werkte bijna 40 jaar als econoom bij het LEI en Wageningen UR en vervult nu een aantal advies- en bestuursfuncties. Voor Boerenbusiness duikt hij in zijn boekenkast en bespreekt actuele ontwikkelingen aan de hand van klassiek geworden studies.
Reacties
6 reacties
Abonnee
Zuidwesten 3 November 2020
Dit is een reactie op het Boerenbusiness artikel:
[url=https://www.boerenbusiness.nl/column/10889912/vraagstuk-van-de-kleine-boer-blijft-actueel]Vraagstuk van de kleine boer blijft actueel[/url]
De heer Poppe en de zijnen vragen zich dit af, ik mag toch hopen dat de boeren zelf er alstublieft geen last van hebben!
hans 3 November 2020
Krijn praat voor de boeren over "om wat te verdienen".

Dat je als boer met 100 koeien per persoon nooit je werk afkrijgt (of je moet over gemechaniseerd - gefinancieerd zitten, of je laat je familie gratis voor het werk opdraaien) hoor ik hem niet over.

Krijn, laat eens eenzelfde "studie" los, ook op andere beroepen, maar vervang dan het "om wat te verdienen" door "om wat te doen te hebben".
Wedden dat boeren dan als een van de weinigen een positief resultaat gaat geven?

Abonnee
ome henk 4 November 2020
Kunnen jullie die ploeger op de foto even vragen om zijn treklijn beter af te stellen.
Abonnee
Flevo uitje 9 November 2020
Kleine ongeschoolde zandboer hé ome henk dan krijg je dat. En wel een Fendt rijdt tut tut.
14 November 2020
https://www.boerenbusiness.nl/opinies/wouter-baan/blog/10873536/wie-heeft-vooral-baat-bij-12-miljoen-varkens
Boer zoekt waarheid 14 November 2020
netwerk is sterker met meer boeren

voor investeerder, werkgelegenheid en bedrijfszekerheid geen dure studie voor nodig nivo lesje telefoonboekscheuren kleuterschool
U kunt niet meer reageren.

Meld je aan voor onze nieuwsbrief

Schrijf je in en ontvang elke dag het laatste nieuws in je inbox

Opinie Krijn J. Poppe

Melkveehouder somber, al komt het met sector goed

Opinie Krijn J. Poppe

Tijd om keuzes te maken, ook voor de landbouw

Opinie Krijn J. Poppe

Van shocktherapie naar samen werken met de boer

Opinie Krijn J. Poppe

Wie pakt regie voor goede visie op voedselproductie?

Bel met onze klantenservice 0320 - 269 528

of mail naar support@boerenbusiness.nl

wil je ons volgen?

Ontvang onze gratis Nieuwsbrief

Elke dag actuele marktinformatie in je inbox

Aanmelden