Vlaamse aardappelteler beurt 700 euro per hectare

Voor aardappeltelers blijft produceren voor een laag zo mogelijke kostprijs erg belangrijk. Het departement Landbouw en Visserij van de Belgische overheid maakte daarom een rentabiliteits- en kostprijsanalyse voor aardappelen.

Zoals verwacht resulteert dat voor bewaaraardappelen in belangrijke schommelingen. In 2010 en 2012 werd er door hoge aardappelprijzen redelijk verdiend; met respectievelijk 2.548 euro en 2.750 euro per hectare. Een absoluut dieptepunt was 2011 met -444 euro per hectare als gevolg van de zeer lage prijs dat jaar.

Waar 2013 voor het familiaal arbeidsinkomen een goed jaar was voor vroege aardappelen, was het over dezelfde periode een gemiddeld jaar voor bewaaraardappelen. Het bruto saldo komt over dezelfde periode uit op 3.040 euro per hectare, wat een derde hoger is dan voor vroege aardappelen. Dat is vooral een gevolg van de hogere opbrengsten.

De variabele kosten zijn gelijk en de vaste kosten liggen bij bewaaraardappelen gemiddeld meer dan 40 procent hoger. Het netto bedrijfsresultaat komt gemiddeld uit op meer dan 700 euro per hectare, met positieve uitschieters in 2010 en 2012 met tegen de 2.000 euro per hectare.

Over de periode 2009-2013 stegen zowel de variabele als de vaste kosten langzaamaan, al is het verloop bij de variabele kosten wat hobbeliger te noemen. Voor de variabele kosten was de gemiddelde laagste waarde 1.949 euro per hectare in 2010 en de hoogste 2.286 euro per hectare in 2012. Bij de vaste kosten viel de laagste waarde in 2009 met 1.398 euro per hectare en de hoogste op het einde van de periode in 2013 met 1.773 euro per hectare.

Het grootste aandeel in variabele kosten komt voor rekening van het plantgoed met 32,7 procent, gevolgd door gewasbeschermingsmiddelen met 29,2 procent. Daarna volgen het werk door derden (15,2 procent) en de meststoffen (14,5 procent). Ten opzichte van de vroege aardappelen is het aandeel voor gewasbeschermingsmiddelen hoger en dat van plant- en zaaigoed en van werk door derden lager.

Bij de vaste kosten komen de afschrijvingen op de eerste plaats met 34,1 procent. Op de voet gevolgd door de pacht met 33,8 procent. Daarna volgen de fictieve interesten met 18,1 procent, de kosten werktuigen met 7,3 procent en de kosten gronden en gebouwen met 3,7 procent. Bij de pacht valt in vergelijking met de vroege aardappelen het hogere aandeel op van de seizoenspacht. Dat komt gemiddeld uit op 61 procent tegenover een aandeel van 33 procent bij vroege aardappelen.

In het rapport een Resultatenrekening bewaaraardappelen, 2009-2013.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.