Krapte in aardappelen nogmaals bevestigd

De North-Western European Potato Growers schetsen voor oogst 2016 een gematigd positief scenario. Hun schatting van 24,9 miljoen ton consumptieaardappelen zit net iets boven de ramingen uit het veld. Toch ontstaat er door de lagere opbrengst en grotere verwerkingscapaciteit krapte op de markt, zo is de verwachting.

Inclusief de verloren opbrengst in verband met waterschade komt de opbrengst in de vijf belangrijkste aardappellanden in West-Europa 1,6 procent lager uit. De uitbreiding van het areaal van 4,8 procent ten opzichte van vorig jaar kan de lagere hectare-opbrengst van 45,1 ton niet compenseren.

De resultaten leiden tot onzekerheid in de markt, want de verwerkingscapaciteit in Nederland en Belgie is dit jaar juist met 1 miljoen ton uitgebreid, terwijl er minder aardappelen komen en er zorgen zijn over de kwaliteit. In 2015 werd er nog 25,3 miljoen ton werd geoogst. Ten opzichte van het vijfjarig gemiddelde spreken we over 3,4 procent meer hectares en 2,2 procent minder opbrengst.

Tussen de aangesloten landen bestaan grote verschillen. Zo verwacht Duitsland  een gemiddelde opbrengst, terwijl Frankrijk, Nederland en Engeland een lagere opbrengst verwachten. België verwacht, ondanks een uitbreiding van het areaal met circa 12 procent, een zeer lage opbrengst. De schatting is dat de opbrengst 5,8 procent lager is dan vorig seizoen.

Anders dan in andere seizoenen zijn er niet alleen in de NEPG gebieden grotere verschillen, maar vooral ook binnen de rassen op zich. Vooral het ras Fontane (de grootste stijger binnen de NEPG landen) heeft veel tarra in de vorm van veel groeischeuren en groene knollen. In het algemeen verwachten de NEPG-leden een hoger percentage tarra dan normaal. Verder is het gemiddelde onderwatergewicht hoog; hetgeen de aardappelen tijdens rooien en inschuren vatbaar maakt voor beschadiging en blauwverkleuring.

Alle landen liggen achter op het rooischema, zodat het grootste deel van de aardappelen nog geoogst moeten worden. Dit verhoogt de risico’s op slechte oogstomstandigheden. De NEPG benadrukt dat de productiekosten voor de teler beduidend hoger zijn dan vorig jaar als gevolg van extra kosten voor gewasbescherming en de lagere opbrengsten per hectare. De verschillen tussen bruto en netto kilo’s zullen eveneens hoger zijn als gevolg van groeischeuren, groenkleuring en andere kwaliteitsaspecten.

Opbrengstprijzen op de vrije markt zijn nog steeds stabiel na afgelopen seizoen en worden mogelijk wat opgedreven door de lagere productie dit jaar. Contracttelers mogen misschien wat problemen hebben door lagere opbrengsten en mogelijke kortingen op de kwaliteit; hetgeen ten koste gaat van het resultaat. Dit kan tegelijkertijd wel extra vraag betekenen op de vrije markt vanuit de verwerking.

Bron: NEPG

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.