Lilianne Ploumen, de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, reageert vandaag – 22 februari – op Kamervragen die VVD-leden Helma Lodders en Han ten Broeke stelden naar aanleiding van de Braziliaanse antidumpingmaatregelen op frites. Volgens Ploumen hebben de Nederlandse overheid én Europa er alles aan gedaan het tij te keren. Zonder succes.
De Nederlandse ambassade in Brazilië heeft meermaals gepleit tegen de zaak in 2015 en 2016. Zowel schriftelijk als in persoonlijke gesprekken. Ook de Europese Commissie liet haar lobby werken, maar zonder succes. Volgens de EC zijn de maatregelen onvoldoende onderbouwd. Ploumen deelt die mening, maar het is niet tegen de WTO-regels om alternatieve cijfers te hanteren.
De Nederlandse en Europese overheid hoeven nog niet bij de pakken neer te zitten. De EC kan maatregelen aanvechten bij het WTO-geschillenbeslechtingsmechanisme. Of dat ook gaat gebeuren noemt de minister niet. ‘Individuele lidstaten hebben relatief veel ruimte om de regels voor het nemen van antidumpingmaatregelen te interpreteren en toe te passen’, aldus Ploumen. Cijfers die de Europese fritesproducenten hebben aangeboden heeft Brazilië aan de kant geschoven.
De minister is niet van mening dat de maatregel ook een kostenopdrijvend effect heeft op de import van Braziliaanse producten richting Nederland. Inmiddels zijn de Belgische, Franse en Duitse ambassadeurs in Brazilië schriftelijk op de hoogte gesteld. De EC roept op tegen de maatregelen te pleiten.
Lees ook:
Importtaks Brazilië op frites: Wat zijn de gevolgen?
Per directe heffing op frites drukt verwerkers uit markt
Termijnmarkt aardappelen zakt door 20 euro grens
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.