De concrete invulling van de compensatieregeling voor fritesaardappeltelers laat nog op zich wachten. Om de handel op gang te brengen, geeft Brancheorganisatie (BO) Akkerbouw alvast advies over registratie van de afvoer van aardappelen.
“Het is belangrijk dat de afzet die er nu kan plaatsvinden, ook daadwerkelijk gebeurt”, zegt André Hoogendijk, directeur BO Akkerbouw. Daarmee haakt hij in op de actuele marktsituatie.
Veel telers die onverkochte fritesaardappelen op voorraad hebben, wachten met verkopen tot duidelijk is of en onder welke voorwaarden zij in aanmerking komen voor compensatie. De overheid heeft hiervoor €50 miljoen beschikbaar gesteld. Duidelijk is volgens Hoogendijk wel dat de regeling met terugwerkende kracht ingaat. De exacte datum is echter nog niet bekend.
Aantal zaken vastleggen
Volgens BO Akkerbouw is het zaak dat telers bij de afzet van fritesaardappelen een aantal zaken vastleggen. Namelijk het volume dat zij verkopen, de prijs die daarvoor is betaald en wat de bestemming is van de afzet, bijvoorbeeld veevoer.
Het gaat om 3 documenten waarover de teler in ieder geval moet beschikken: alle weegbonnen, CMR-vrachtbrieven en facturen die betrekking hebben op de afvoer van de fritesaardappelen. “De compensatieregeling heeft betrekking op aardappelen die niet verwerkt kunnen worden tot frites”, benadrukt Hoogendijk.
Uit de documentatie moet volgens hem dan ook duidelijk blijken dat de partij niet naar de aardappelverwerkende industrie is gegaan, maar een alternatieve bestemming heeft gekregen.
Concreet advies
BO Akkerbouw adviseert concreet om van elke partij aardappelen die wordt afgevoerd ten minste de weegbon, de CMR-vrachtbrief en de factuur te verzamelen. Uit deze documenten moet blijken hoeveel aardappelen van het bedrijf zijn afgevoerd, naar welke locatie, hoeveel ervoor is betaald en welke uiteindelijke bestemming ze hebben gekregen.
De geaccepteerde bestemmingen voor het afvoeren van aardappelen bestaan in ieder geval uit veevoer, huisdiervoer, Nederlandse voedselbanken, alcohol, bio-ethanol, zetmeel en buitenlandse consumptie. Aardappelen die verwerkt worden tot frites(producten) in Nederland of andere landen komen niet in aanmerking voor overheidssteun. Voor de afvoer naar diervoeders wordt gebruik gemaakt van handelaren en verwerkers die GMP+ gecertificeerd zijn of werken volgens de NAO hygiënecode-GMP.
Hoogendijk benadrukt dat de exacte voorwaarden voor de compensatieregeling op dit moment niet bekend zijn. “Maar de verwachting is dat de genoemde documenten noodzakelijk zijn als bewijsstukken.”
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.