Onderzoek naar het bestrijden van koprot in uien heeft nog geen eenduidige strategie opgeleverd. Dit werd woensdag duidelijk op de Themadag Uien in Dronten. De uitkomsten van de onderzoeken naar koprot zijn zeer wisselend.
Afgelopen jaar sprak Chris de Visser, onderzoeker bij PPO, zijn verwachting uit dat koprot dit seizoen minder of geen probleem zou spelen. Niets blijkt minder waar. Ook gedurende dit jaar worden telers en verwerkers gepest door het hardnekkige probleem. Het is opvallend dat dit incidentele probleem zich voor het derde jaar op rij voordoet. Reden genoeg voor PPO, Agrifirm en Dacom om onderzoek te doen.
Uit vorige proeven van PPO bleek dat de middelen Signum, Fandango en Olympus de beste preventieve werking hebben. Deze werden afgelopen jaar vergeleken in een proef bij PPO Valthermond. Omdat de doorspuitschema’s die PPO in 2012 hanteerde geen realiteit is werd ook een praktijktest opgezet. Vanaf week 26 is met de middelen gespoten. Vooral het middel Signum werd veelvuldig ingezet in vroege, midden en late stadia. Drie keer zorgde PPO voor een kunstmatige infectie. Tweemaal in juli en eenmaal in augustus.
Om de koprotschimmel verder te helpen is traag gekoeld in de bewaring, wat resulteerde in een besmetting van 60 procent bij de onbehandelde objecten. Signum kwam er van alle middelen het beste af, met een aantasting van 5 procent. Uit het onderzoek kwam naar voren dat een juiste timing belangrijk is. Werd een week voor aantasting gespoten dan was de werking het beste. Opvallend was dat in 2013 Olympus het beter deed dan Fandango, wat in 2012 juist andersom was. PPO kan nog geen harde conclusies uit de proeven trekken. Wel benadrukt het dat een waarschuwingssysteem, de juiste timing en het snel indrogen van de hals vitaal zijn om koprot te beperken.
Omdat er veel verschillende ideeën bestaan over de aantastingbron heeft Agrifirm, in samenwerking met Dacom, voor het tweede jaar monsters genomen. In 2012 gebeurde dat alleen in Flevoland en zijn 85 partijen beoordeeld. De meeste hiervan bevatten geen of bijna geen koprot. Agrifirm concludeerde dat er geen verband zit tussen koprot en het ras, gebruik van fungicide en de tijdsintervallen waarin deze zijn gespoten. De uitkomst van al deze monsters zijn zeer wisselend. Over het algemeen ziet onderzoeker Aaldrik Venhuizen, van Agrifirm, wel dat behandelde percelen het beter doen maar dit is niet met honderd procent zekerheid te zeggen.
De afstand van het perceel tot een mogelijke besmettingsbron en windrichting zijn zeer bepalend. Op een perceel dat vier kilometer van een besmettingsbron lag, en zeer kort geklapt werd, lag het aantal besmette uien op 20 procent. Toch wordt het niet klappen van uien als hulpmiddel gezien. De noodzaak van een preventiesysteem, wat Agrifirm en Dacom samen hebben ontwikkeld, wel. In 2013 is de monsterproef wederom uitgevoerd, maar nu op landelijke schaal. Uit de eerste onderzoeken is gebleken dat tweederde van de uien niet of nauwelijks is besmet. Later in het seizoen zal blijken hoe dit zich verder ontwikkeld.
De onderzoekers De Visser en Venhuizen zien producten als compost en digistaat niet als mogelijk besmettingsbronnen voor de koprotschimmel. Mits het proces uiteraard wel goed is gevolgd. Uien die bestemd voor een vergister in de buitenlucht liggen zijn wel een belangrijke bron. Ook beregenen lijkt de schimmel niet te verspreiden. Wellicht dat gewasresten op het land, die niet worden ondergewerkt, ook voor infectie kunnen zorgen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.
Dit is een reactie op dit artikel:
[url=http://www.boerenbusiness.nl/akkerbouw/artikel/item/10843357/Nog-geen-eenduidige-aanpak-koprot-in-uien]Nog geen eenduidige aanpak koprot in uien[/url]