'Uien met 4 procent tarra uit bewaring is wat waard'

De Boerenbusiness Gewastour volgt dit jaar 8 percelen met gele zaaiuien in Nederland. Iedere week vragen we een uienteler naar het perceel, zijn keuzes en visie. Deze week is dat Reinder Hogenhout, akkerbouwer in het Friese Kimswerd.

Het nieuwe groeiseizoen is aangebroken, hoe staat het ervoor met het perceel van de gewastour?
"Dat ligt er heel best voor. Afgelopen jaar hebben er aardappelen op gestaan, waarna we het direct hebben gespit. Binnenkort gaat de kunstmest erop en laten we de kopeg zakken, waarna we kunnen zaaien. We kopeggen in één werkgang, met een kopeg voorop en achterop. Zo rijden we maar een keer over het land. Maar dat zaaien duurt nog wel even. Hopelijk blijft de structuur zo goed als die nu is."

Welk ras gaan jullie telen en waarom?
"We hebben gekozen voor Centro. Dit doen we puur voor de kwaliteit in de lange bewaring. Dat laatste doen we nu ook. Van afgelopen seizoen hebben we nog uien in de bewaring zitten. Een gedeelte gaat in kistenbewaring met zuigventilatie en de rest komt in de losse bewaring. Naast het ras Centro telen we ook Hyroad en rode en roze uien. Het bewaren lukt prima, vandaar ook de keuze voor kwalitatief goede bewaarrassen. We halen niet de hoogste kilo's met het ras Centro, maar qua huid, hardheid en bewaring is het goed.  Als je dan in juni uien aflevert met een tarrapercentage van 4%, ja dat is ook wat waard."

Welke visie en strategieën pas je dit jaar toe in de uienteelt?
"Wat we bijzonder doen, is dat we alle stikstof er in het begin op gooien. Nog voor het kopeggen. We doen dit met een gecoate meststof, dus de stikstof wordt meer gecontroleerd opgenomen door het gewas. We spuiten wel andere bladmeststoffen in de loop van het seizoen, maar verder dus niet. Wat betreft onkruidbestrijding moet het gewoon schoon zijn. Je moet er natuurlijk niet met de schoffel doorheen willen lopen. Als je het perceel goed in de gaten houdt en kent, kom je met bodemherbicide een heel end. Zo hebben we al jaren niet met contactherbiciden gespoten in de uien."

"Daarnaast hebben we weinig last van ziekten en plagen de laatste jaren, zoals bijvoorbeeld trips. Waar dat aan ligt, weet ik niet precies. Maar hier ten zuiden van Harlingen zie je weinig uienpercelen en gewassen die ook trips aantrekt. Gelukkig hebben we ook de mogelijkheid om te beregenen, dat helpt natuurlijk ook."

In de omgeving worden niet veel uien geteeld, waarom kies jij juist wel voor de uienteelt?
"We hebben die keuze gemaakt, omdat je de teelt met dezelfde mechanisatie kan uitvoeren als die van aardappelen. Het past in onze tijdlijn, want het uienrooien is mooi voor de aardappeloogst. Bovendien zijn we actief in het verlenen van gewasbescherming en advies. Daarnaast moet de vrije handel je ook liggen, wat het interessant maakt. Zo heb je ook risicospreiding. We zijn dan ook vrijwel altijd vrij met onze uien."

Je doet voor het derde jaar mee aan de gewastour. Waarom doe je mee en waar kijk je naar uit?
"De uienteelt vind ik prachtig. Het gehele seizoen geniet ik van de groei. Het is daarom mooi om te kijken hoe die ui er bijstaat op een ander bedrijf. En een andere teler vind het ook leuk om bij ons te kijken. Als je wat wilt weten, moet je het delen. En in zo'n groep is het heel leerzaam en leer je andere mensen kennen. Je hoort overal wat, over bijvoorbeeld de afzet en de rassenkeuze van telers. Ieder jaar is anders en ik ben benieuwd hoe het dit jaar wordt."

Jesse Torringa

Jesse is redacteur bij Boerenbusiness en focust zich met name op de akkerbouwsector waaronder graan en uien. Ook de kunstmestmarkt volgt hij op de voet. Daarnaast werkt Jesse op een akkerbouwbedrijf in Groningen met pootaardappelen als hoofdtak.

j.torringa@boerenbusiness.nl

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.