Telers van brouwgerst voor Agrifirm Plant krijgen wellicht met een positieve impuls te maken. Mouterij Holland Malt gaat de productiecapaciteit van haar fabriek in de Groningse Eemshaven namelijk verdubbelen. Daarvoor is ook fors meer grondstof nodig. Biedt dat perspectieven voor brouwgersttelers?
Holland Malt start volgende week – 18 juli – al met de uitbreiding van haar fabriek in Groningen. Wanneer het bouwproces is afgerond, naar verwachting begin 2018, dan is de capaciteit verdubbeld van 140.000 ton naar 280.000 ton mout per jaar. Samen met de locatie van Holland Malt in Lieshout heeft het bedrijf daarmee een totale capaciteit van 405.000 ton mout per jaar. In Groningen wordt vooral mout voor de pilsproductie gemaakt.
Volgens een woordvoerster van het bedrijf zal ook de benodigde hoeveelheid brouwgerst fors toenemen. Wanneer de uitbreiding gereed is, is in Total 495.000 ton brouwgerst op jaarbasis vereist. Het overgrote deel voert het bedrijf vanuit Europa aan. In Nederland werkt het daarvoor exclusief met Agrifirm samen. Dat heeft volgens de mouterij als reden omdat de leverancier altijd een goede kwaliteit garandeert.
Holland Malt wil graag uitgroeien tot de grootste mouterijlocatie in Europa. Naar verwachting stijgt de bierconsumptie tot 2025 met 15 procent. Afnemers genoeg dus. Door te toename van speciaal- en craftbier (niche producten) consumptie is ook meer brouwgerst vereist. 50 procent van de moutproductie blijft in Europa. De rest gaat naar Azië, Afrika en Latijns Amerika. Omdat Eemshaven een diepzeehaven is kan gemakkelijk op grote schaal brouwgerst worden aangevoerd en mout afgevoerd. Bijna alle gerst wordt via het water aangevoerd.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.