Nederlandse veehouders produceren voor het eerst in 3 jaar tijd minder fosfaat uit dierlijke mest, dan de Europese Unie (EU) toestaat. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.
De fosfaatproductie komt over 2017 uit op 167,9 miljoen kilo. Dat is 5 miljoen kilo minder dan van de EU mag. De EU heeft het fosfaatplafond voor Nederland vastgesteld op 172,9 miljoen kilo per jaar. Het is voor het eerst in 3 jaar dat Nederland minder fosfaat produceert dan de EU toestaat.
Effecten fosfaatreductieplan 2017?
De daling wordt grotendeels veroorzaakt door de melkveehouderijsector. Als gevolg van het fosfaatreductieplan 2017 kromp de rundveestapel. Melkveehouders werden gedwongen om melkkoeien en kalfvaarzen af te voeren. Door de regeling nam het aantal melkkoeien met 130.000 stuks af, wat 8% van het totale aantal melkkoeien in Nederland is.
Melkveehouders in Nederland vulden de regeling voornamelijk in door kalveren, pinken en vaarzen af te voeren. Hierdoor daalde het aantal jonge koeien in Nederland in 2017 met 150.000 stuks, een daling van 12%.
Door de daling van het aantal melkkoeien, daalde de hoeveelheid melkveefosfaat in 2017 met 4,3 miljoen kilo. De totale fosfaatproductie van de melkveehouderij komt uit op 85,2 miljoen kilo. Het plafond voor de melkveehouderij is in de Nederlandse wet vastgesteld op een productie van 84,9 miljoen kilo melkveefosfaat.
Een onderdeel van het fosfaatreductieplan 2017 was de stoppersregeling. Het CBS berekende dat van de ongeveer 16.000 melkveebedrijven iets minder dan 600 melkveehouders gebruikt maakte van de stoppersregeling en een financiële vergoeding ontvangt.
Effecten voerspoor
Ook het voerspoor (minder fosfor in krachtvoer) heeft zijn effect gehad op de fosfaatuitstoot, zowel door de melk- als varkenshouderij. Het fosforgehalte in mengvoer voor melkvee daalde in 2017 met 0,2 gram per kilo naar 4,1 gram. Dit betekent 4% minder fosfor in melkveemengvoer. Het fosforgehalte van gras en maïs lag in 2017 op een gemiddelde waarde.
De fosfaatproductie had volgens het CBS hoger kunnen zijn als de melkproductie per koe niet zo hoog was geweest. Die kwam in 2017 uit op bijna 8.700 kilo, 400 kilo meer dan in 2016. Een hogere melkproductie betekent immers meer voer en dus meer fosfaat in de mest.
100.000 minder varkens in 2017
Niet alleen de rundveestapel kromp in 2017. Ook het aantal vleesvarkens in Nederland daalde met een kleine 100.000 dieren, in vergelijking tot 2016. Hierdoor daalde de fosfaatproductie van de varkenshouderij in 2017 met 2,1 miljoen kilo en kwam deze uit op 37,1 miljoen kilo. Dit is minder dan het gestelde fosfaatplafond, welke voor de varkenshouderij uitkomt op 39,7 miljoen kilo.
Pluimveefosfaat daalt eveneens
Ook de fosfaatproductie in de pluimveehouderij is gedaald met 0,9 miljoen kilo (ten opzichte van 2016) en komt uit op 28 miljoen kilo. Dat is meer dan het door Nederland vastgestelde sectorplafond voor de pluimveehouderij: 27,4 miljoen kilo fosfaat.
In de onderstaande video vertelt Cor Pierik over de fosfaatproductie van 2016, en over de daling van het aantal koeien en kalveren in 2017.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.