Het Amerikaanse bedrijfje Otto is een verzameling van knappe koppen uit Silicon Valley die voorheen bij bedrijven als Google, Apple en Tesla werkte of dat nog steeds doen. Hun doel? Zoveel mogelijk vrachtwagens ombouwen tot robots zodat het transport veel efficiënter en goedkoper wordt.
Otto, een bedrijf met 40 personeelsleden gevestigd in San Francisco, werd opgericht door vier ex-Google medewerkers. Eén van de vier ontwikkelde Google’s allereerste zelfrijdende auto. Een ander Google Maps. Het doel van de ondernemers is simpel: Alle snelwegen in kaart brengen, bestaande vrachtwagens ombouwen tot robots en trucken maar. Hopelijk levert dat flink wat geld op en veel minder verkeersongevallen. Daarover bericht website Backchannel.
Otto is zeker niet het enige Amerikaanse bedrijf dat experimenteert met zelfrijdende vrachtwagens. Waar zij in verschillen is het plan van aanpak. Die kunnen we met recht de ‘boerenmanier’ noemen. De techneuten willen namelijk geen nieuwe robottruck bouwen en verkopen maar systemen opbouwen op 4,3 miljoen trucks die reeds door Amerika rijden. De eerste drie tweedehands Volvo vrachtwagens zijn inmiddels omgebouwd.
Otto voorziet de trucks van lidar, radar en camera’s. Inmiddels hebben hun eerste exemplaren de nodige rondjes gereden. Grote voordeel is dat je geen tonnen aan een hypermoderne vrachtwagen hoeft uit te geven. Volgens mede-oprichter Lior Ron is voor de transportsector gekozen omdat andere bedrijven er weinig interesse in hebben. Zij richten zich liever op auto’s. Door de vrachtwagen automatisch te laten rijden kan de chauffeur gewoon gaan slapen. Dat betekent meer kilometers en minder ongelukken als gevolg van oververmoeidheid. Otto richt zich alleen op snelwegen. Sturen in steden en dorpen moet je zelf doen.
Net als bij trekkers is het automatisch gestuurde voertuig grotendeels afhankelijk van wat erachter hangt. Wat voor trailer en wat voor belading. Otto bouwt nu alleen nog systemen voor de ‘trekker’ en niet de trailer, maar sluit dat niet uit. ‘We werken aan algoritmes die het gedrag van een aanhanger begrijpen en hierop anticiperen. Dat is echter een volgende stap’, aldus Ron. In platooning, waarbij meerdere trucks elkaar volgen, ziet de ex-Google Maps ontwerper weinig. ‘Het levert een kleine brandstofbesparing op maar je moet wel altijd op meerdere trucks wachten.’
Net als in de landbouw is Otto zo ver met haar techniek dat het in de praktijk kan worden toegepast. Echter, daarvoor moet wel de weg vrij worden gemaakt. Bijna letterlijk. Bijvoorbeeld met een robot-transportroute. Volgens Ron ontbreekt in de meeste staten een duidelijke wetgeving waardoor prima met robottrucks getest kan worden.
In de landbouw zijn we met RTK-GPS minstens net zo ver. Paar sensoren er omheen en klaar ben je. Die techniek ligt op de plank. Techniek opbouwen op bestaande trekkers is ook veel efficiënter dan wanneer je speciale robottrekkers aan moet schaffen. Dan kun je er altijd zelf op springen wanneer dat nodig is en blijft hij multifunctioneel. Alleen de reactie van het systeem op de werktuigen ligt heel wat gecompliceerder dan bij een vrachtwagenaanhanger. Misschien moet die trekkerchauffeur dus tussentijds maar niet gaan slapen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.