Johan Geeroms

Voor een crisistijd gaan er opmerkelijk weinig bedrijven failliet. Met dank aan de staat. Dat wekt een bedrieglijk beeld op, zet Johan Geeroms uiteen.

Het goede nieuws voor de korte termijn is dat de Nederlandse landbouwsector flink meeprofiteert van de forse steunpakketten van vooral Duitsland (€130 miljard, 3,8% van het bbp) en Frankrijk (€110 miljard, 4,3% van het bbp). Het zijn belangrijke handelspartners voor de Nederlandse agri-economie. Zijn de steunpakketten genoeg om de economie weer op gang te krijgen? Of krijgen we te maken met schijnherstel?

Rondom de handelsdeal (fase 1) tussen de VS en China hangt een grote wolk van vaagheid. Maar één ding is wel duidelijk: de landbouw profiteert. 

Als het gaat om de handel in pootaardappelen en innovatieve veredeling, dan hebben we met aardappelhandelshuis HZPC uit Joure een marktleider in huis. Het is een bedrijf om trots op te zijn.

Duizenden boeren die hun erf achterlieten en naar Den Haag gingen om te demonstreren. Het initiatief van Agractie bleek een groot succes. De landelijke protestactie kreeg dan ook van alle kanten bijval. Waarom?

Het Financieele Dagblad (FD) meldde onlangs dat China steeds vaker aanklopt bij Nederlandse bedrijven. Het lijkt een gevolg van de handelsoorlog met de Verenigde Staten, die inmiddels al ruim 1 jaar aan de gang is. Vooral de Nederlandse land- en tuinbouwsector profiteert van de handelsoorlog.

In Brazilië en Argentinië kunnen ze de soja voor China niet meer aanslepen. Hetzelfde geldt voor katoen uit Australië. Het gezicht van de wereldhandel verandert. Op dit moment is de handelsoorlog daarvan een belangrijke aanjager.

Een herder die zijn schapen hoedt met behulp van een drone die blaffende geluiden maakt. Het laat mij glimlachen. Het toont hoe wonderlijk technologische oplossingen kunnen zijn in de landbouwsector.