Noorden oogst duidelijk meer uien dan Zuiden

Hoewel er landelijk een gemiddelde uienoogst wordt verwacht, liggen de opbrengsten dit seizoen ver uit elkaar. Daarbij haalt het Noorden van Nederland een duidelijk bovengemiddelde opbrengst en moet het Zuiden het doen met een ondergemiddelde uienoogst.

Jaap Jonker van De Groot & Slot wijdt de grote verschillen aan het zaaimoment. ‘Telers in het Noorden hebben na de regen gezaaid, omstreeks 5 tot 15 april. In het Zuiden gebeurde dat eerder waardoor groei er minder goed in kwam. Daarbij kreeg dit gebied te maken met een langdurig fors neerslagtekort in juni/juli. In het Noorden viel meer regen; dat houdt de groei erin. Bovendien groeiden deze percelen langer door. Sommige percelen zijn nog groen. De langere vitaliteit van het gewas leidt tot een hogere opbrengst en meer grofte.’ Jonker schat dat de verschillen globaal uiteenlopen van 35 tot 80 ton. ‘Maar er zijn ook telers die dit jaar niet verder komen dan 30 ton. Aan de andere kant zijn er ook uitschieters waarbij telers op een topproductie uitkomen.’

Ook teeltadviseur Luc Remijn van DLV Plant voor Zuidwest-Nederland ziet de enorme verschillen, alhoewel hij de range voor het Zuidwesten wat minder uit rekt. ‘Door de zomerdroogte komen we niet aan de opbrengst van vorig jaar. Ik denk dat de opbrengst gemiddeld op zo’n 45 tot 50 ton uitkomt. Dat is ongeveer 10 procent minder dan de 54.6 ton in 2014. De range loopt erg uiteen. Er zijn erbij die net aan de 40 ton komen, terwijl anderen 60 ton binnenhalen. Afhankelijk van de droogte van de grond en het moment dat de ui in de groei kwam.’ Zijn schatting komt in de buurt van de opbrengst die Van Meir in zijn nieuwsbrief noemt; een variatie van 35 tot 65 ton per hectare.

Er zou landelijk zo’n 10 tot 15 procent van de uien zijn gerooid of van het land af zijn, wat betekent dat 85 procent nog vast zit. En daarover maken teeltadviseurs zich zorgen. ‘Met name de plekken die extreem veel regen te verduren kregen. En die plekken lijken zich uit te breiden. Afgelopen dinsdag viel er weer veel neerslag. Dat zet bij sommige telers echt een streep door de rekening’, aldus Remijn waar de twijfels over de kwaliteit groeien. ‘Ik verwacht bacterieaantastingen, rot en waterrot en mogelijk gaat koprot nog een rol spelen, maar als dat zo is weten we dat pas eind oktober.’

Jonker vreest voor watervellen bij partijen uit het “rampgebied”. ‘Het is zaak om hoog te klappen en het vocht goed af te voeren. Bouw de kachelondersteuning niet te snel af’, adviseert hij. Jonker signaleert verder wat fusarium en bacterie, mede veroorzaakt door de nattigheid. ‘Het feit dat het tarrapercentage wat hoger ligt, zegt genoeg.’   
Voor de export moet het product er ook goed uitzien, maar daar ziet Van Meir nattigheid. ‘Het product oogt minder mooi; niet zo blank.’ Toch hoeft het volgens hem niet slecht af te lopen. ‘Met schitterend weer de komende 14 dagen kan de schade worden beperkt of juist groter worden.’

Wat de exportkansen betreft ziet hij het positief in. ‘Er zijn een heel aantal bestemmingen die we vorig jaar niet hadden. Er gaan uien naar Panama, Argentinië en Brazilië; alhoewel de laatste wat onzeker is vanwege de zorgen over de Braziliaanse munt die deze week een historisch dieptepunt bereikte. Ook komt de export naar Indonesië weer op gang. De afzet is op dit moment eigenlijk heel divers.’    

Op dit perceel op Goeree-Overflakkee is geprobeerd om eerstejaars plantuien te rooien. In dit gebied liggen volgens Just Hamming van Crop Solutions wel meer percelen die voor de helft of een kwart zijn gerooid. 'Van de bewaaruien is 30 procent geoogst. De opbrengst ligt tussen de 45 en 75 ton bruto.' In Midden-Zeeland is minder gerooid. 'Ik schat een 10 tot 15 procent. Woensdag viel er 40 mm regen; de percelen die slecht ontwateren zullen zeker rot krijgen.'

Ook in Brabant neemt het risico op kwaliteitsproblemen toe. 'Hier zijn zelfs de plantuien nog niet allemaal weg. Met name watervellen en tweewassigheid spelen hier; door dat laatste is de opbrengst zeer wisselend.' Waar vrijwel geen problemen zijn met de kwaliteit is Oost-Zeeuws-Vlaanderen. 'In West-Zeeuws-Vlaanderen komen we wel wat rotte uien tegen. Totaal is 5 tot 15 procent van de uien in Zeeuws-Vlaanderen geoogst.'

Het probleem met rot speelt ook in Noord-Holland, al is het minder dan in het Zuidwesten. Hier is naar schatting van Hamming 5 tot 10 procent geoogst.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.