Hoewel Nederland op de derde plaats staat van Europese landen met de meest innovatieve levensmiddelenindustrie, blijft de gegenereerde omzet uit nieuwe producten beperkt. Dit blijkt uit een Europese vergelijking van het Landbouw Economisch Instituut (LEI).
Uit de vergelijking blijk dat de Nederlandse levensmiddelenindustrie vooral goed scoort op de punten kennis, samenwerking en arbeidsproductiviteit. Op organisatorische vlakken en marketing scoort Nederland echter slecht. Denemarken voert de lijst aan door een goed ondernemersklimaat, een groot aantal onderzoeks- en ontwikkelingsbedrijven en meer patentaanvragen per miljoen inwoners. Duitsland staat op de tweede plaats met organisatorische kwaliteiten en door de overheid gestimuleerd onderzoek en ontwikkeling als sterke punten.
Ook blijft de gegenereerde omzet uit innovatieve producten achter. In Nederland wordt vijf procent van de omzet behaald uit producten die nieuw zijn voor de markt. Ongeveer drie procent is afkomstig van producten die nieuw zijn voor het bedrijf. In Spanje is in totaal 13 procent van de omzet afkomstig van nieuwe en verbeterde producten. In het Verenigd Koninkrijk en Duitsland leveren innovaties een bijdrage van 12 procent aan de omzet en in Denemarken is dit 11 procent. Ook Frankrijk en Italië, de nummers zes en zeven van de lijst, scoren beter dan Nederland met betrekking tot de omzet uit innovaties.
De reden dat Nederland slecht scoort is dat de nadruk ligt op procesefficiëntie en kostenverlaging in plaats van productvernieuwing en marketing. De onderzoekers concluderen dat dit op den duur een doodlopende weg is omdat de bijdrage aan de werkgelegenheid beperkt is en de concurrentiekracht onder druk komt te staan.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.