SESVanderHave schaalt op voor vrije suikermarkt

Dinsdag 22 september opende SESVanderHave, wereldwijde producent van suikerbietenzaad, de deuren van haar gloednieuwe onderzoekscentrum in de Belgische plaats Tienen. Op het terrein van twee hectare gaan meer dan 50 mensen werkzaam in de veredeling. Het nieuwe onderzoekscomplex wordt een aanvulling aan het bestaande hoofdkwartier van SESVanderHave, op 200 meter van de hoofdsite. Boerenbusiness spreekt met CEO Rob van Tetering over de investering en het toekomstperspectief van de suikerbietenteelt.

Waarom doet SESVanderHave juist nu deze investering?
‘De investering in een nieuw R&D centrum in Tienen maakt deel uit van ons masterplan. Op het terrein stonden al kassen voor de rassenontwikkeling maar, die waren uit hun jasje gegroeid en zijn verouderd. Met het gebruik van merkers kunnen we in het laboratorium snel grote hoeveelheden planten screenen op resistentie. Voorheen was daarvoor veel proefveldonderzoek nodig. De complexiteit van een bietenras – onder andere door meerdere resistenties – neemt enorm toe. SESVanderHave heeft wereldwijd 300 personen zitten op het gebied van R&D. De helft daarvan werkt in Tienen. Ook in Rilland – de oude locatie van VanderHave, – wordt nog onderzoek gedaan. Verder hebben we onderzoekscentra in onder meer Frankrijk, Hongarije, Amerika, Rusland en Duitsland. We kunnen onze rassen uitgebreid in het teeltgebied zelf testen.’

Wat gaan suikerbietentelers hiervan merken?
‘De concurrentie op het gebied van plantveredeling binnen de bietenteelt is zeer groot. In Tienen kunnen we sneller nieuwere rassen ontwikkelen die meervoudig resistent zijn. Voorheen bevatte een plant slechts één resistentie. Steeds vaker zijn dat er twee of zelfs drie. Ook focussen we ons onder andere op schieterresistentie naast rhizomanie, rhizoctonia en nematode. De opbrengsten wordt nog steeds verbeterd. We streven naar 1,5 tot 2 procent groei in suikeropbrengst per jaar. Op zeer korte termijn - voor seizoen 2016 - probeert SESVanderHave met twee nieuwe rassen op de aanbevolen rassenlijst te komen. Dit zijn Racoon en Tonga. Racoon heeft een zeer hoge suikeropbrengst en is resistent tegen rhizomanie en aaltjes. Ook staat het ras sterk tegen schieters en is de bietvorm erg glad, wat minder tarra oplevert. Tonga is resistent tegen rhizomanie en aaltjes. Het ras kenmerkt zich met een zeer vlotte opkomst en vroege grondbedekking.’

Wat zijn de grootste uitdagingen op het gebied van R&D in de bietenteelt?
‘Enkele jaren geleden hebben we de target gesteld 15 ton suiker per hectare te produceren. Dat blijkt haalbaar. We leggen de lat nu op 20 ton suiker. Het is van groot belang de concurrentiepositie van bietsuiker te verbeteren ten opzichte van rietsuiker. Daarin is al een grote slag gemaakt maar, we zijn er nog niet. Zo heeft rietsuiker het voordeel van gentechnologie. De Europese bietenteelt is GMO- vrij. Wellicht dat dit in de toekomst tegen ons gaat werken.’

Hoe verwacht u dat de teelt zich na 2017 zal ontwikkelen?
‘De verwachting is dat de teelt in Europa zich zal concentreren in de ‘sugar beet belt’. We spreken dan over West en Centraal Europa: Nederland, België, Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Polen en een deel van Scandinavië. Wellicht dat andere landen een kleine suikerproductie behouden. Vooral om zichzelf te kunnen voorzien van lokaal geproduceerde suiker. Telers moeten rekening houden met sterk schommelende prijzen. Dat resulteert ook in een schommelend areaal. Voor alle veredelaars ligt daar een uitdaging, omdat wij twee tot drie jaar vooruit proberen te werken. De teler zal aan het toekomstbeeld moeten wennen dat de beschikbaarheid van sommige rassen mogelijk in het gedrang komt, omdat niet langer grote voorraden worden aangehouden. Kijk op de rassenlijst daarom naast de nummers één en twee ook naar nummer drie.’

SESVanderHave is wereldwijd actief. In welke positie ziet u de Nederlandse bietenteler staan ten opzichte van collega’s wereldwijd?
‘Europa kenmerkt zich door een GMO vrije bietenteelt. In de Verenigde Staten wordt voor honderd procent gebruik gemaakt van ‘Roundup-ready’ bieten. Op korte termijn verwacht ik voor de Europese situatie geen verandering. Zelfs Monsanto trekt haar GMO-activiteiten terug. Al onze bietenrassen in de VS zijn resistent tegen glyfosaat. Daarnaast werken we met behulp van GMO aan andere resistenties tegen bijvoorbeeld rhizomanie en droogte. Dat noemen we ‘traits’. Eén zo’n trade kost 30 tot 40 miljoen aan research. Willen we in Europa onderzoek doen naar GMO bieten, dan moet het honderd procent zeker zijn dat de teelt wordt toegelaten. Wellicht dat ‘new breeding’ technieken hier verandering in kunnen brengen. Bijvoorbeeld sysgenese en mutagenes.’

Rob van Tetering

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.