Agrarisch ondernemers krijgen procentueel gezien minder geld voor hun producten. Dat stelt de Duitse organisatie ‘Rheinische Landwirtschafts-Verband (RLV)’. Bij een product met een consumentenprijs van 1 euro, gaat er slechts 22,2 cent naar de producent.
Ondernemers in de agrarische sector ontvingen in 2015 zo'n 22 procent van de consumentenprijs bij de verkoop van binnenlandse voedingsmiddelen. In de jaren ’70 was dit een veel groter percentage, namelijk 48 procent van de consumentenprijs.
Ook bij de andere voedingsmiddelen is het aandeel voor de agrarische sector minder geworden. Een ondernemer kreeg in 2015 slechts 38 procent van de consumentenprijs voor zijn melk- en zuivelproducten. Voor vlees en vleesproducten ontvingen veehouders in 2015 gemiddeld 18 procent van de consumentenprijs. Het kleinste aandeel is voor de akkerbouwers. Op brood en graanproducten ontvangen zij namelijk slechts vijf procent van de prijs.
De RLV stelt dat de agrarische producentenprijzen voor gebakken tarwe slechts een kleine kostenfactor vormen bij het maken van brood. Het is echter niet mogelijk om de prijs van brood met één cent te verhogen. Daardoor zou de prijs van maïs namelijk moeten worden verdubbeld. Dat is fataal voor de ondernemer.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.