Arla ziet gat in markt voor schone cheddar

Arla slaat de handen ineen met de Amerikaanse coöperatie Dairy Farmers of America (DFA) om cheddar te gaan maken. Daarvoor wil Arla gaan inzetten op een hoge kwaliteit, oftewel het gebruik van melk zonder groeihormonen en kunstmatige ingrediënten. Bijkomend voordeel is dat het invoerquotum zo omzeild kan worden.  

Arla gaat samen met 8 melkveehouders van Dairy Farmers of America (DFA) cheddar produceren. Nu al is cheddar een hele grote markt in de VS en bestaat een derde van alle kazen die Amerikaanse consumenten kopen uit cheddar, maar Arla ziet nog een kans. 'Maar heel weinig merken bieden cheddar aan gemaakt van de hoogste kwaliteit melk zonder groeihormonen en kunstmatige ingrediënten.'  

Gezamenlijk gaan de partijen een fabriek bouwen in het westelijk deel van de staat New York. Die melk gaat geleverd worden door 8 DFA melkveehouders, welke jaarlijks 70.000 ton melk zullen gaan produceren. De melk die gebruikt gaat worden moet aan dezelfde eisen voldoen als de melk in Europa. Met de joint venture is een bedrag gemoeid van 53 miljoen euro, waarvan Arla 20 procent voor zijn rekening neemt. 

Voor het van oorsprong Scandinavische bedrijf brengt het twee voordelen met zich mee. De eerste is dat daarmee het beperkte invoerquotum omzeild kan worden en ten tweede wordt Arla door de cheddar aantrekkelijker voor retailers. In het verlengde kan het helpen bij de verkoop van Europese producten. 

Arla krijgt uiteindelijk 20 procent van de aandelen, DFA 70 procent en de 8 melkveehouders ontvangen de overige aandelen. In de herfst van 2016 moet de bouw van de fabriek van start gaan en tegen de herfst van 2017 kan deze beginnen met de verwerking van melk. 

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.