Zetmeelmarkt moet het van derivaten hebben

De wereldwijde toename van zetmeelproductie en -consumptie is vooral gedreven door Azië. Dat geldt in het bijzonder voor China dat bijna 33 procent van de wereldproductie voor haar rekening neemt.

Voor een deel komt de groei van de zetmeelmarkt uit de expanderende voedingsindustrie. Een andere drijver is het stijgende inkomen van de consument. De vraag in Europa is traag, voornamelijk als gevolg van de economische situatie. Prijsontwikkelingen worden in de meeste van de zetmeelsegmenten beïnvloed door de volatiliteit van de graanprijzen. De dalende grondstofprijzen zetten de laatste maanden de zetmeelprijzen in Europa logischerwijs onder druk.

Toch is er nog volop reden om optimistisch te zijn. Nieuwe toepassingen van zetmeel verhogen de vraag naar de grondstof. Vooral in de regio Azië/ Pacific groeit de markt, maar ook landen als China, India, Rusland en Brazilië bieden lucratieve mogelijkheden voor groei. De groei van de derivatenmarkt verloopt onstuimig met een sprong van 6.2 procent naar 2019. Dat komt met name door de technologische voordelen die de industrie realiseert en nieuwe ontwikkelingen die de toepassingen van zetmeelderivaten vergroten. Dat gaat vooral op voor de voedings- en drankensector die niet zonder de specifieke eigenschappen en functies kan.

Om de concurrentie voor te blijven hebben marktleiders in zetmeel massaal geïnvesteerd in R&D. Die investeringen zitten vooral in zaken die de markt van zetmeelafgeleide producten vergroten. Ook Avebe deed dat met de nieuwe voedingsmiddelenfabriek die eind oktober 2014 werd geopend. Het is een belangrijke strategische stap op het gebied van derivaten en past bij de strategische koers van Avebe, waarin het bedrijf zich meer richt op aardappelzetmeel en aardappeleiwit voor met name de voedingsindustrie. De Nederlandse verwerker is niet de enige. Zo investeerde ook het Finse Finnamyl dit jaar 10 miljoen euro in de vervaardiging van aardappeleiwit.

Bij voorkeur gaan zetmeelverwerkers voor compleet nieuwe producten, maar er wordt ook geld gestoken in uitbreiding. Door de groeitrend neemt het aantal fusies en overnames toe. Het Franse Tereos-Syral, de nummer drie van Europa nam eind januari dit jaar 50 procent van de aandelen van Redwood Indonesia over, de enige maïszetmeelfabriek van het land. In maart 2014 werd ook de Marne Potato Starch Cooperative (SCAF) aan de Tereos groep toegevoegd. Tereos investeerde de afgelopen twee jaar 5 miljoen euro in the Marne potato starch site. Daarmee moet het zetmeelaardappelareaal worden uitgebreid, de campagne worden verlengd en het productassortiment worden vergroot.

Het afgelopen jaar liep het zetmeelareaal in Frankrijk met ongeveer 4 procent terug naar 19.000 hectare. De hogere opbrengst van 56 ton per hectare (2013: 53 ton) kon de krimp niet goedmaken. Ook in Duitsland, waar de teelt van zetmeelaardappelen altijd een belangrijk segment was, daalde de oppervlakte. Landelijk zou er nu zo’n 55.000 hectare zijn. Dezelfde trend is in Nederland gaande. Het areaal nam dit jaar verder af tot 42.330 hectare. Vorig jaar was het zetmeelareaal nog 44.030 hectare. Sinds 2000 verloor Nederland ruim 8.500 hectare aan zetmeelteelt. Eén ding is echter zeker: dit jaar verdwijnen er geen zetmeelaardappelen in de fritesindustrie, zoals dat in 2013 gebeurde toen de prijs van fritesaardappelen op een hoog niveau zat. Dit jaar is het andersom en gaan er volgens Aviko Potato fritesaardappelen naar de zetmeelindustrie.

Hoe Avebe zich binnen deze marktomgeving houdt, blijkt morgen. Vrijdag publiceert de Nederlandse aardappelzetmeelverwerker haar jaarcijfers.

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.