De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft twee besmettingen met bruinrot vastgesteld bij twee pootgoedtelers in de provincies Gelderland en Flevoland. De dienst is een onderzoek gestart naar de bron en omvang van de besmetting. Dat maakte de NVWA dinsdag 8 november bekend.
Het pootgoed die de twee telers hebben gebruik heeft dezelfde herkomst. Naast de twee getroffen telers worden nog vijf andere pootgoedbedrijven onderzocht. Zij hebben eveneens pootgoed ontvangen van hetzelfde herkomstbedrijf. Dit onderzoek loopt nog.
Bij twee van de vijf overige telers zijn verwante partijen verdacht. Bij drie telers is geen bruinrot aangetroffen. De oorzaak wordt momenteel getraceerd naar een besmetting via oppervlaktewater. Tijdens een zware storm in 2015 is oppervlaktewater op het betreffende pootgoedperceel terecht gekomen.
De NVWA heeft maatregelen opgelegd aan de bedrijven die besmet zijn. Alle pootgoedpartijen op de bedrijven mogen niet worden gepoot. Verder gelden beperkingen voor de percelen en moeten hygiënemaatregelen worden genomen. Voor de drie genoemde bedrijven zonder directe bruinrotbesmetting gelden alleen maatregelen voor de verwante partij en hygiënemaatregelen.
Bruinrot is sinds 2009 niet meer aangetroffen in pootgoed. In 2011 werd bruinrot (Ralstonia solanacearum) voor het laatst in consumptieaardappelen aangetroffen.
© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.