Hard ingrijpen bij fosfaat nog niet aan de orde

Het fosfaatplafond komt angstvallig dichterbij, maar voor zaken zoals een fosfaatheffingensysteem of een korting op de melkprijs hoeven melkveehouders nog niet te vrezen. Hoewel er veel op het spel staat is tijd het grote knelpunt, zo blijkt uit een interview van Boerenbusiness met Kees Romijn, voorzitter van LTO Melkveehouderij.

De laatste tijd heeft Romijn veel tijd doorgebracht in het buitenland. Zijn laatste reis bracht hem naar Beieren. De belangrijkste melkveeprovincie van Duitsland. Daar kampen ze weer met andere problemen dan Nederland, waar vooral fosfaat een steeds knellender factor begint te worden.

Eind 2013 riepen LTO en de NZO al dat er maatregelen moesten komen om overschrijding van het fosfaatplafond te voorkomen. Sindsdien is ZuivlNL opgericht. Daarin vinden onder meer de NZO, LTO, Gemzu en de NMV elkaar. Het moet tevens de organisatie worden die het Productschap Zuivel (PZ) gaat vervangen.

ZuivelNL komt onder de hoede van Jorrit Jorritsma, zo werd begin juli bekend. Hij zei toen dat hij wellicht een sturende rol voor ZuivelNL ziet bij het fosfaatdossier. Concrete plannen zijn er evenwel nog niet. Vandaar dat de voorstellen vanuit de NZO en LTO omtrent een fosfaatheffingsysteem of een korting op de melkprijs die eerder deze week door de media opgepakt werden als een verrassing kwamen.

Romijn zegt dat die zaken eind 2013 genoemd zijn en ook bij de openbare vergadering van het PZ weer aan bod kwamen. "Maar om dergelijke stappen te kunnen zetten is een algemeen bindend verklaring nodig en die is er nog niet. Dan wordt 2015 of 2016 krap."

Toch is een sturingsmechanisme nodig, want "je ziet die grens dichterbij komen." De Kringloopwijzer lijkt uitkomst te bieden, maar ook die treedt pas op 1 januari 2015 in werking. "Het is een dilemma, omdat je nu maatregelen nodig hebt." Over 2013 produceerde de sector 81 miljoen kilo fosfaat, het plafond ligt op 84,9 miljoen kilo fosfaat.

Het voordeel wat de sector heeft is dat deze nog steeds grondgebonden is en er zijn afspraken gemaakt over weidegang. Het zijn zaken die meespelen voor het imago en het concurrerend vermogen. Bedrijven met weinig grond blijken vaak minder goed tegen de volatiele melk- en voerprijzen opgewassen te zijn. Romijn ziet in ruwvoer en fosfaat de twee belangrijkste knelpunten. 

Ondertussen is LTO druk met het inventariseren van de verwerkingsmogelijkheden. "We willen weten hoe we ervoor staan. Na de zomervakantie moet dat klaar zijn. Zoals het er nu uitziet is er voor 2014 en ook voor 2015 voldoende verwerkingscapaciteit beschikbaar. Bij de verwerking wordt niet alleen rundvee- en varkensmest meegenomen, maar ook pluimveemest. Daarvan wordt het merendeel verwerkt. Voor nu misschien een voordeel, maar wie zegt dat het later nog steeds een voordeel is."

Waar Romijn heel stellig over is, is dat er een einde moet komen aan de zwarte en grijze mest. "Anders kunnen we nooit aan de voorwaardes voldoen." Bij navraag of een boete van 11 euro per kg fosfaat wel hoog genoeg is voor het niet naleven van de regels geeft Romijn aan zich erin te kunnen vinden. "Tegen dat geld kun je geen dieren houden." Maar of het voldoende is betwijfelt hij, want je kunt er geen eisen aan verbinden. 

De sector wil graag met het onderwerp aan de slag, maar de opheffing van het PZ maakt het uiterst lastig. Er staat veel op het spel, waarbij tijd de knellende factor is. Komt de fosfaatproductie boven het door vastgestelde plafond uit dan kan de derogatie in gevaar komen. Voor de Europese Commissie was voorlopig de Kringloopwijzer het argument om nogmaals toe te stemmen in verruiming van de mestnormen, maar mest blijft de zwakke plek van Nederland.     

© DCA Market Intelligence. Op deze marktinformatie berust auteursrecht. Het is niet toegestaan de inhoud te vermenigvuldigen, distribueren, verspreiden of tegen vergoeding beschikbaar te stellen aan derden, in welke vorm dan ook, zonder de uitdrukkelijke, schriftelijke, toestemming van DCA Market Intelligence.